
De kans is groot dat je Tony tegenkomt als je in Málaga bent. Vooral in de uren dat de zon in kracht afneemt en de schemering zijn intrede doet. In de zomermaanden loopt hij praktisch elke avond door het centrum of langs de boulevards van de stad om zijn biznaga’s te verkopen.
ADVERTENTIE
De biznaga vormt een elegante manier voor Malagueños om iets kleins en romantisch kado te geven aan hun geliefde. Wat voor ons noorderlingen in dit opzicht de roos is, is in Málaga de biznaga. De wetenschap dat elk bloemetje met de hand op een steeltje van een andere gedroogde bloem is gezet en het dus totaal geen zin heeft het geheel in een glas water te plaatsen (wat sommige ‘guiris’ nog wel eens willen doen), wekt nieuwsgierigheid op naar het achterliggende proces.
Jasmijn
De biznaga’s kwamen in Tony’s leven doordat hij ooit een bevriende familie hielp met het maken ervan. Later is hij het zelf gaan voortzetten. Zes ochtenden per week koerst hij op zijn brommer naar de urbanisaties van het naburige dorp Alhaurín del Torre. Hier kent hij ieder hoekje waar jasmijn groeit. Omdat het een klimplant is, die vooral langs hekken en muren groeit, kan Tony de jasmijn meestal vanaf straat plukken. Het plukken zelf is een erg precies werkje. Tony weet met zijn jarenlange ervaring precies dié bloemenknopjes uit te zoeken die een uur of acht later pas openen en hun geur beginnen te verspreiden.
Engelkruid en cactusblad
Een voor een stopt hij de goede exemplaren in borstzak en krant. Op de leeg achtergebrleven plekken komen na een paar dagen alweer nieuwe bloemknoppen tevoorschijn. Eenmaal thuis, schuift Tony aan voor de lunch, samen met zijn vrouw Carmen en hun dochter Candela. Na de siësta zitten ze gedrieën aan een klein tafeltje waarop de basis voor de uiteindelijke biznaga ligt; de uitgedroogde en schoongemaakte bloemen, inclusief stelen van engelkruid (‘neldo’) en een cactusblad.
Met een schaar worden de engelkruidstelen in model geknipt zodat er een evenwichtige basis ontstaat voor de biznaga. Een voor een zetten Tony en zijn gezin de jasmijn op de kale steeltjes. Zo nu en dan houden ze de biznaga’s op hun kop. Vallen er bloemknopjes uit, dan plaatsen ze er nieuwe op die steviger vast zitten. Een paar uur later hebben ze veertig biznaga’s gemaakt. Deze worden in een cactusblad gestoken dat ontdaan is van zijn stekels door het grondig in zand te wrijven.
Op pad
Zodra de jasmijn voorzichtig begint te openen en dus ook te geuren, gaat Tony op pad en blijft tot na middernacht weg. Op een gemiddelde dag in de zomer verkoopt hij zo’n honderd biznaga’s voor drie euro per stuk. Een eenmaal geopende biznaga blijft meestal nog één tot anderhalve dag goed.