
In deze oorlog, die tussen 1568 en 1648 werd gevoerd, ligt de oorsprong van de huidige landsgrenzen tussen Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk. Willem van Nassau, Prins van Oranje was de verpersoonlijking van de opstand tegen de Spaanse overheersing onder Filips de Tweede.
ADVERTENTIE
Volgens het Wilhelmus, van oorsprong geuzenlied en vanaf 1932 Nederlands volkslied, bezat Willem van Oranje Duits bloed, eerde de koning van Spanje en stond aan de basis van het tegenwoordige Nederlandse koninkrijk. Uit de tekst blijkt echter niet direct dat de ‘vader des vaderlands’ van Nederland zijn leven lang streed tégen de koning van ‘Hispanje’ en diens godsdienstige overtuigingen, bloedraden en inquisitie. Van Oranje streefde vrijheid van godsdienst na in de tijd van de oprukkende Hervorming en eenheid in de Nederlanden.
Achtergrond van de opstand
De Nederlanden bestonden in de zestiende eeuw uit zeventien provincies. Hiertoe behoorden het huidige België, Luxemburg en een deel van noordoost Frankrijk. Dit gebied was verdeeld in drie aartsbisdommen, welke weer onderverdeeld waren in veertien bisdommen. Het bestuur bestond uit graven, stadhouders en hertogen. Er waren duizenden edelen. Het centrale gezag werd echter gevoerd door Karel de Vijfde, heer der Nederlanden, koning van Spanje een keizer van Duitsland.
Hij had via een doordachte huwelijkspolitiek zijn rijk steeds verder weten uit te breiden. Op politiek gebied legde hij in 1530 de basis voor de huidige Raad van State door zijn adviesraden die bestonden uit edelen te reorganiseren. Een heftige economische recessie had grote armoede tot gevolg en vormde daardoor de voedingsbodem voor een stijgende onrust onder de bevolking.
De in Gent geboren koning stoorde zich steeds meer aan de onrust binnen het geloof als gevolg van de Hervorming of Reformatie die vanuit Frankrijk steeds verder noordwaarts trok. Karel vaardigde tegen de afscheidingsbewegingen van de protestanten steeds strengere plakkaten uit met uiteindelijk in 1550 het eerste bloedplakkaat met de doodstraf voor religieuze ‘vergrijpen’ zoals luisteren naar hagenpreken en onderdak bieden aan protestanten. Het volk voelde zich steeds meer door iedereen en vooral door de kerk in de steek gelaten. Met name de calvinisten maakten hiervan dankbaar gebruik in hun strijd tegen de katholieke kerk.
Toenemende onvrede met komst Filips II
Door het steeds strengere religieuze beleid van Karel de Vijfde vreesde het volk, vertegenwoordigd door de edelen, dat de Spaanse inquisitie ook in de Nederlanden zijn intrede zou doen. Er deden wilde verhalen de ronde over deze ‘zwarte legende’ met zijn brute moorden en wrede martelingen. Het volk geloofde in de anti-Spaanse propaganda die vooral door de calvinisten werd verspreid. De uitdrukking ‘het ergens Spaans benauwd van krijgen’, stamt uit deze periode.
De kritiek op de kerk en dus op de regering verhevigde. Karel de Vijfde besloot afstand te doen van zijn troon en deze over te dragen aan zijn zoon. Zodoende werd de in Spanje geboren Filips naar Brussel gehaald en op 25 oktober 1555 gekroond. Als Filips de tweede was hij op dat moment de machtigste monarch ter wereld en met zijn 25 jaar ook de jongste.
Willem van Oranje
Bij zijn kroning was raadsman Willem van Oranje aanwezig die zich door de komst van Filips zwaar gepasseerd voelde. Hij werd slechts stadhouder van Holland en Zeeland en dat viel hem flink tegen. Filips’ eerste optreden als vorst was niet al te best. Door zijn gebrekkige Frans maakte hij een knullige indruk. Doordat hij zich vervolgens meteen terug trok in zijn paleis in Brussel en zich continue bleef verschuilen achter zijn Spaanse raadslieden maakte hij zich helemaal niet populair onder de stads- en provinciebestuurders. Waar Karel V altijd reizend had geregeerd, kreeg het volk Filips amper te zien.
Adel in opstand tegen Filips
1559 besloot Filips definitief naar Spanje terug te keren en, net als zijn vader had gedaan, een landvoogdes te benoemen. Halfzus en onecht kind van Karel de Vijfde, Margareta van Parma zou zijn taken in de Nederlanden waarnemen, hierin bijgestaan door de drie raden onder leiding van kardinaal Granvelle.
Filips trok vanuit Spanje het beleid van zijn vader door en maakte het waar mogelijk strenger. Hij stond voor een zware taak aangezien zijn schatkist door de vele oorlogen die Spanje voerde, onder meer tegen Frankrijk en Turkije, praktisch leeg was. Op zichzelf een hele prestatie omdat deze staatskas aanvankelijk door de vele rijkdommen uit overzeese koloniën niet leeg te krijgen leek.
Donkere wereld der ketterij
Als gevolg van zijn diepreligieuze, sobere persoonlijkheid wenste Filips dat iedereen katholiek was. Als een God zou hij zijn licht laten schijnen over de donkere wereld der ketterij. Hiertoe nam hij steeds meer maatregelen die de hoge edelen tegen het hoofd stootten. Hij bleef privileges intrekken en belastingen verhogen om de Spaanse kas te vullen. Daarbij werd zijn religieuze politiek strenger en de door hem uitgegeven bloedplakkaten talrijker.
De edelen waren van mening dat Filips de rechten en belangen van de provincies en steden schond. Willem van Oranje, Graaf Egmond en Graaf Hoorne keerden van hun staatshoofd af. Waar Van Oranje aanvankelijk nog trouw was aan de Spaanse koning vanuit een sympathie voor diens vader Karel de Vijfde, voelde hij steeds sterker mee met de protestanten die hadden gebroken met Rome en in opstand kwamen tegen de inquisitie.
Smeekschrift van het Verbond der Edelen
In 1565 verenigden leden van de lagere adel en koopmansklasse aangevoerd door Hendrik van Brederode zich in wat zij het Verbond der Edelen noemde. Met een Smeekschrift vol klachten en eisen voor onder andere meer vrijheid voor de protestanten en een opschorting van de bloedplakkaten, toog dit verbond naar de Landvoogdes Margareta van Parma. Een van haar raadsleden zou haar daarop hebben toegefluisterd: ‘wees niet bevreesd mevrouw, het zijn slechts geuzen’. Het woord geus komt van het Franse woord gueux en betekent bezitloze.
De radicale en in Holland geliefde Hendrik van Brederode citeerde, drie dagen later tijdens een feestmaal in huis Culemborg deze belediging, waarna hij zich een bedeltas om de hals hing, een houten nap greep en uitriep: ‘Ik drink op de gezondheid van de geuzen. Leve de Geus!’.
Ontevredenheid onder adel nam toe
Het smeekschrift haalde niet zoveel uit en de adel werd steeds ontevredener en op religieus gebied werd het steeds onrustiger. Er heerste een grote armoede onder de bevolking die té schril afstak bij de rijkdommen van de katholieke kerk. De protestanten vonden in toenemende mate gehoor en Calvinisten en Lutheranen komen samen in schuren en dergelijke voor steeds beter bezochte hagenpreken - kerkdiensten in de buitenlucht onder leiding van priesters in plaats van dominees. Slechts het geloof en Gods woord was volgens hen belangrijk, niet de beeldenverering.
Beeldenstorm
In Steenvoorde, een plaatsje in huidig België besluit in 1566 een groepje fanatiekelingen de plaatselijke kerk te plunderen en alle symbolen van de kerkelijke rijkdom te vernietigen. Dit was het begin van de Beeldenstorm die zich al snel uitbreidde naar het noorden. Filips werd razend toen hij dit hoorde en besloot zijn beste generaal naar de Nederlanden te sturen om, desnoods met geweld, orde op zaken te stellen. In 1967 kwam Fernando Alvarez de Toledo, de Hertog van Alva, aan in de Nederlanden met in zijn kielzog een leger van tienduizend man.
Bloedraad
Alva zou uiteindelijk zes jaar in de Nederlanden blijven terwijl hij in de veronderstelling was dat hij slechts een half jaar nodig zou hebben. Er dienden hier en daar enkel ‘wat koppen’ te rollen. Hiertoe zet hij de Raad van Beroerten op, ook wel de Bloedraad genoemd vanwege het grote aantal uitgesproken doodvonnissen. Dit was een speciale rechtbank opgericht om in de opstandige Nederlanden te beteugelen.
In totaal zijn ongeveer duizend mensen door de Raad van Beroerten ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. Ook werden er elfduizend mensen verbannen. Tot de bekendste slachtoffers van de Raad behoren Graaf van Egmond en Graaf Horne, die in mei 1568 werden onthoofd. Veel Nederlandse edelen sloegen in die periode op de vlucht.
Begin 80-jarige oorlog
Ook Willem van Oranje vluchtte. Hij keerde terug naar zijn geboortegrond in Dillenburg. De prins laat de Nederlanders niet in de steek en bereid vanuit zijn ballingschap in Duitsland een aanval voor tegen de Spanjaarden. Hiertoe zoekt hij steun bij vorsten in heel Europa. Deze slag, uitgevoerd door twee van zijn broers, de graven Lodewijk en Adolf van Nassau vindt in 1568 plaats bij Heiligerlee, een plaatsje vlakbij Winschoten in de provincie Groningen.
Omdat dit de eerste, voor de opstandelingen succesvolle slag tegen de hertog van Alva was, zien veel historici dit moment als het begin van de tachtigjarige oorlog tegen de Spaanse overheersing. Met de Vrede van Munster eindigde deze strijd in 1648 en leverde uiteindelijk de Republiek der Nederlanden op.