
Een keurige Britse dame bemant een winkeltje in het pas gerenoveerde portiershuis dat overwoekerd wordt door een enorme, vol in bloei staande, bougainville. In de kleine ruimte liggen wat souvenirs en boeken uitgestald. Vanaf het winkeltje loopt de oprijlaan omgeven door groen omhoog en verdwijnt om een bocht uit het zicht.
ADVERTENTIE
Het is niet alleen deze entree die nieuwsgierigheid wekt. Want wat doet de oudste begraafplaats voor niet-katholieke Engelsen in het hartje van deze oer-Spaanse stad, die zich pas de laatste jaren kan verheugen in de belangstelling van toeristen en buitenlandse residenten aan de Costa del Sol?
Einde aan gruwel
Door de altijd aanwezige relatie met vergankelijkheid en het verdriet dat daarmee samengaat en de tegelijkertiijd vaak mooie, rustgevende locaties, blijft het bezoeken van een begraafplaats iets dubbels houden.
De Engelse begraafplaats ligt in dit opzicht op een symbolische plek. Als een melancholische oase midden in de levendigheid van het rumoerige hart van Málaga, omgeven door hoge flatgebouwen en het lawaai van de drukke verkeersader die de oostkant van de stad met het centrum verbindt.
Op een steenworp afstand van hetzelfde strand waaraan de plek in feite zijn bestaan heeft te danken. In de tijd dat hier het allereerste graf werd gedolven, lag de begraafplaats in een heel andere context: net buiten de toenmalige stadsgrenzen en aan de weg richting Vélez-Málaga.
In 1831 werd de begraafplaats geopend als resultaat van de ijverige inspanningen van de toenmalige Britse consul. Deze William Marks had al jaren met lede ogen gezien en aangehoord op welk een gruwelijke wijze zijn landgenoten in Zuid-Spanje hun laatste rustplaats vonden. Op het strand, vlakbij de vloedlijn werden zij in het holst van de nacht bij het licht van enkel een lantaarn in verticale positie begraven, erna overgeleverd aan de elementen en veelal hongerige zwerfhonden.
De Spaanse autoriteiten en vooral de Rooms-katholieke kerk stonden namelijk niet toe dat anders- of niet-gelovigen een fatsoenlijke begrafenis kregen. Marks kon niets met deze respectloze gewoonte en lobbyde jarenlang voor een stukje grond in de buurt van Málaga om zijn landgenoten een fatsoenlijke rustplaats te kunnen geven. Zijn inspanningen werden beloond en de handtekeningen op het Koninklijk decreet waren nog niet droog of de eerste begrafenis kon eindelijk plaatsvinden.
Romantisch avonturier Robert Boyd werd na een mislukte liberale opstand, samen met generaal José María Torrijos en vijftig andere opstandelingen geëxecuteerd, waarna hij als eerste buitenlander in 1831 een fatsoenlijke begrafenis kreeg. Zijn graf is volledig gesierd door schelpen. Een gewoonte die binnen het oudste ommuurde gedeelte bij alle graven werd volgehouden als subtiele verwijzing naar het einde van de harteloze begrafenissen op het strand.
Vanaf 1850 werd, met de benoeming van de eerste permanente kapelaan, de gotische kapel op de begraafplaats de eerste Anglicaanse kerk op het Spaanse vasteland. St. George’s Church wordt nog steeds iedere zondag gebruikt.
Meer internationaal dan Engels
Na Robert Boyd werden er tot op heden bijna 1100 mensen op de Engelse begraafplaats bijgezet. Meerdere Britse consuls droegen zorg voor de begraafplaats, maar geen van hen ontving financiële steun van de het Verenigd Koninkrijk. Nu is het behoud van de begraafplaats volledig afhankelijk van donaties en vrijwilligers. Alleen de tuinman ontvangt een bescheiden salaris in ruil voor zijn werkzaamheden.
De allerlaatste begrafenis vond plaats in 2004. Voor Marjorie Grice-Hutchinson, schrijfster, econoom én groot weldoenster voor de Engelse begraafplaats, werd een uitzondering gemaakt op de regel dat er uitsluitend nog as mag worden bijgezet.
Na enkele uitbreidingen was de begraafplaats rond de eeuwwisseling opnieuw overvol en ditmaal volledig omsingeld door de stad Málaga. Na bestudering van het begrafenisregister blijkt dat er niet alleen Engelsen in Málaga begraven liggen maar ook Zweden, Duitsers, Nederlanders, Amerikanen, Noren, Zwitsers, Ieren, Russen, Canadezen, Fransen, Denen, Venezolanen, Finnen en zelfs Spanjaarden.
Gerard van Dulken
De Nederlander Gerard van Dulken ligt er begraven. Hij was grootvader van Enrique van Dulken en beide heren en ook vader Henk van Dulken waren honorair consul van Nederland in Málaga. Kleinzoon Enrique van Dulken speelde een balngrijke rol voor de economische groei van Málaga in de vorige eeuw.
Bruce McIntyre, Brits consul en beheerder
Volgens de Britse consul Bruce McIntyre is de Engelse begraafplaats een belangrijk historisch monument voor Málaga en begint het stadsbestuur dat ook eindelijk in te zien. ‘Al wandelend over de vijf terrassen die de begraafplaats kent, loop je meteen ook door de plaatselijke geschiedenis.’
Helaas zit de English Cemetery nu behoorlijk in de financiële problemen en ontvangt geen steun meer van de Engelse overheid. McIntyre vervolgd: ‘Ik doe mijn uiterste best om het werk van William Marks voort te zetten en geld bij de gemeente van Málaga los te krijgen om de boel een beetje op te knappen.’ Met het oprichten van een fonds en het intensief lobbyen bij de gemeente en andere overheden hoopt de Britse consul dit voor elkaar te krijgen. ‘Spanjaarden zullen eerder geld doneren aan een Spaans fonds dan aan de Engelse begraafplaats.’ Bruce McIntyre vervolgt: ‘We zijn niet van plan alles te restaureren en op te knappen, want een deel van het vergane uiterlijk moet wel blijven, dat maakt de begraafplaats juist zo authentiek. In elk geval moeten de muren aan de achterkant van het terrein opnieuw worden opgetrokken en er zijn nog genoeg dingen in de tuin die gedaan kunnen worden. De laatste jaren hebben we geprobeerd zoveel mogelijk nabestaanden van personen die hier begraven liggen op te sporen, omdat zij meestal wel bereid zijn een bijdrage te leveren.’
Gerald Brenan (1894 – 1987)
De beroemdste Engelsman blijkt pas veertien jaar ná zijn dood hier te zijn begraven. De schrijver Gerald Brenan leefde het grootste deel van zijn leven in Spanje en schreef belangrijke boeken over zijn leven in de Alpujarras en over de jaren tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
‘Het is maar goed dat Brenan niet heeft geweten wat voor bizarre rompslomp er rond zijn stoffelijk overschot zou ontstaan.’ De consul verhaalt over hoe de resten van Brenan min of meer werd gekidnapt en naar Engeland vervoerd, na een mislukte poging van de gemeente Alhaurín el Grande om Brenan daar te begraven, zodat er vanwege zijn faam toeristen op af zouden komen.
Toen maanden later bleek dat Brenan zijn lichaam ter beschikking had gesteld van de wetenschap, werd Brenan weer teruggebracht naar Spanje. Zo kwam hij terecht bij de Universiteit van Málaga, waar uiteindelijk niets met zijn stoffelijk overschot werd gedaan. Studenten laten snijden in de resten van een beroemdheid vond de universiteit ethisch niet verantwoord.
Uiteindelijk kreeg Gerald Brenan pas in 2001 zijn laatste rustplaats. ‘Naast Gamel Woolsey, zijn vrouw en eveneens schrijfster, die zich zou omdraaien in haar graf, wetende dat haar man naast haar werd gelegd. Ze waren wel getrouwd maar leefden een volstrekt gescheiden leven,’ verklaart de consul lachend.
Begraafplaats, tuincentrum en historisch monument
Al wandelend over de begraafplaats ontstaat eerder het gevoel dat je door een botanische, ietwat verwilderde, tuin wandelt dan over een kerkhof. Ooit, tot de jaren vijftig was hier het eerste tuincentrum van Málaga te vinden. Na opening van de begraafplaats volgden decennia waarin het terrein werd onderhouden door de tuinmannen van de achtereenvolgende Britse consuls.
Later werd er geld vrijgemaakt voor een beheerder naast een aparte tuinman. Ook leverde slechts één familie drie generaties tuinmannen. Deze heren liggen ook allemaal begraven op de Engelse begraafplaats. Een van de tuinmannen begon een kleine kwekerij en verkocht planten aan de bevolking van Málaga. De resten van de laatste botanische kweekschuur staan nog overeind langs de oprijlaan.
Een grote verzameling van plankjes, potjes, tuingereedschap en verwaarloosde apparaten in een schuur waarbij de waarschuwing ‘betreden op eigen risico’ niet zouden misstaan. John Hallybone, de huidige tuinman woont, als eerste in een lange traditie, niet op de begraafplaats zelf. Hij leidt ons rond en blijkt zich in de drie jaren dat hij hier nu werkt zeer degelijk te hebben ingelezen.
Geen graf of hij weet alles te vertellen over wie er begraven ligt en hoe de betreffende persoon aan zijn of haar einde is gekomen. Daarnaast vertelt hij wat er met gehavende grafmonumenten is gebeurd of zelfs wie de maker van enkele bijzondere exemplaren was. Hallybone zelf ziet er, net als de begraafplaats, een beetje verlopen uit. Hij doet meer denken aan een vagebond dan aan een tuinman met zijn lange, volledig in de knoop zittende grijze haar en dito baard. Hij gaat gekleed in een verwassen houthakkershemd en zijn gebit bestaat enkel nog uit bruine stompjes.
Gneisenau
Met zijn lage, lijzige stem verhaalt hij met zeer Engelse tongval over alle interessante graven die we tegenkomen. Hij leidt ons naar het monument waar 62 bemanningsleden van het gezonken schip van de Duitse Koninklijke Marine, de Gneisenau, begraven liggen. De Gneisenau zonk tijdens heftig noodweer op 16 december 1900 in de haven van Málaga. De kapitein en ingenieur van het schip liggen ook na hun dood niet bij hun bemanning, maar een stuk verderop achter het oudste gedeelte van de begraafplaats.
Een echte Frappoli
Vlakbij dit monument, in een van de vele lommerrijke hoeken die hier zijn, wijst Hallybone op een grafmonument met de woorden: ‘Dit is een echte Frappoli’. Als wij hem vragend aankijken voegt hij toe dat de begraafplaats drie grafmonumenten telt van de hand van deze Italiaanse kunstenaar annex architect die eveneens de ornamenten op het Hospital Nobel in Málaga vervaardigde.
Verderop ligt Spaanse dichter Jorge Guillen die in 1984 het rijk der levenden verliet. Ergens anders wijst Hallybone ons op een tekst op een grafsteen die bol staat van de spelfouten: ‘(…) also with the love of your 3 children and your little zizi witch cannot never forget the wonderfull daddy and for me husband you was.’
In vier, naast elkaar gelegen anonieme graven liggen soldaten uit de Tweede Wereldoorlog wier lichamen in de zee voor de kust van Málaga werden aangetroffen. Helemaal bovenin de begraafplaats hangen de balkons van de belendende nieuwbouwflats bijna over de graven, die hier bijna volledig zijn vergaan.
Bergafwaarts
Het ging bergafwaarts met de begraafplaats vanaf het moment dat traditionele Spaanse begraafplaatsen ruimte vrijmaakten voor andersgelovigen en er steeds meer mensen kozen voor een crematie in plaats van een ter aarde bestelling. Bruce McIntyre en John Hallybone hopen desondanks met de karige middelen die ze hebben de begraafplaats zo op te knappen dat deze in toenemende mate interessanter wordt voor een groter wordend publiek en daarmee recht te doen aan de omvangrijke historische waarde van dit stukje grond.