
Op de vlucht voor tegenstanders van het bewind dat zijn familie voerde, had hij de palm meegebracht uit Bagdad. De eindeloos lijkende ruimte, gevuld met de typische rood-witte bogen op tientallen zuilen in de latere Mezquita, deed de gelovigen denken aan een versteend woud van dadelpalmen, en zodoende aan hun thuis, ver weg in het andere einde van wat toen gold als de beschaafde wereld.
ADVERTENTIE
Abd al-Rah- man I bouwde zijn moskee op de plek waar een Visigotische basiliek al eens een Romeinse tempel had verdrongen. Niet wetende dat de geschiedenis zich, vele uitbreidingen en zeven eeuwen later zou herhalen; midden in de, op dat moment grootste moskee ter wereld zou een kathedraal gebouwd worden.
Ooggetuige van voorspoed
Op de talloze ansichtkaarten die verkrijgbaar zijn in de vele souvenirwinkels rond de Mezquita tonen luchtfoto’s duidelijk aan hoe de kathedraal brutaal midden uit het regelmatige, platte dak opreist. Door de context waarin dit wereldberoemde monument werd gebouwd, de vele eeuwen van uitbreidingen, de verschillende religies en culturen die bij het gebouw betrokken zijn geweest en de daardoor zeer uiteenlopende architectonische en artistieke invloeden, biedt de Mezquita een fascinerende reis door de geschiedenis. Het gebouw was ooggetuige van de meest luisterrijke periode die de stad Córdoba ooit heeft gekend. Onder Moorse heerschappij was Córdoba van de tiende tot de dertiende eeuw, de grootste en meest geciviliseerde stad van het westen.
Vruchtbare samenwerking tussen drie religies
Door onrust in het Midden-Oosten vluchtten veel Arabieren naar het westen en kwamen in Spanje terecht. Hier kregen ze van joden en christenen een relatief warm onthaal. Alles was voor hen beter dan de inmiddels verslagen Visigotische heersers. Vanuit de islam was de opstelling van de heersende moslims tegenover de twee andere godsdiensten, in tegenstelling tot ongelovigen en polytheisten, relatief tolerant. Zoals Maimonides, een beroemde joodse filosoof uit die tijd verwoordde; ‘Thora, Koran en Bijbel zijn alledrie manifestaties van die ene Goddelijke Waarheid…’ Tegen betaling van extra belastingen werden ze redelijk met rust gelaten.
Door dit redelijk vreedzaam naast elkaar bestaan van verschillende religies was het mogelijk dat verschillende bevolkingsgroepen hun eigen waardevolle bijdrage leverden aan de samenleving, waardoor de bloei van Córdoba op meerdere vlakken tot een grote vlucht kon komen.
Er verschenen honderden moskeeën, scholen, een universiteit, ziekenhuizen en openbare bibliotheken en baden. De politieke hoofdstad van de islam was voorzien van waterleidingsystemen en straatverlichting. De landbouw was hoog ontwikkeld dankzij devernuftige irrigatietechnieken waarmee de Arabieren die van de Romeinen perfectioneerden.
Op het gebied van nijverheid was er een bloeiende papier- en leer- industrie. In een tijd dat de rest van Europa zich nog in het duister bevond, werden er in Córdoba discussies gevoerd tussen joodse, islamitische en christelijke filosofen en wetenschappers. Disciplines als sterrenkunde, geneeskunde, mathematica en kunsten bevonden zich op een hoog niveau en vormden pas enkele eeuwen later voedingsbodem voor de renaissance in het christelijke Europa.
De moskee
De moskee (letterlijk ‘knielplaats’) vormde in de Arabische samenleving de belangrijkste plek van de stad. Alle moskeeën werden destijds gebouwd volgens het grondplan van het huis van de profeet Mohammed in Medina, waar op vrijdag de gelovigen samenkwamen in gebed. Op een patio in de open lucht werd tussen enkele palmbomen een rieten dak opgehangen om beschutting tegen de zon te zoeken. Bij het waterbassin op de patio werden de vijf zintuigen ritueel gereinigd en de gebedsnis wees naar Mekka.
De latere moskeeën in de steden boden niet alleen plaats voor gebed maar vormden ook de zenuwcentra waar men elkaar ontmoette, handel werd gedreven en onderwijs werd gegeven. Alle belangrijke beslissingen over oorlog, vrede, cultuur en wetten dienden tot stand te komen onder toezicht Gods.
Grondlegger Abd al-Rahman I
De bestaande San Vicente basiliek, die de Arabieren na hun verovering voor de helft hadden gekocht van en ook deelden met de Christenen, werd bij voortdurende toestroom van nieuwe moslims onvoldoende. Abd al- Rahman I kocht in 785 de hele ruimte, stelde de christenen economisch schadeloos en bood hen de gelegenheid elders vervallen kerken weer in gebruik te nemen.
In slechts zeven jaar tijd bouwde hij de moskee. De snelheid was het resultaat van een prachtig staaltje vroeg middeleeuwse recycling. Uit ruines van Romeinse, Visigotische en Egyptische tempels en andere gebouwen werden tientallen zuilen, kapitelen, voetstukken en zuilschachten gehaald, wat een wonderlijke mix aan stijlen opleverde.
Onder een bewerkt houten dak, werden hoefijzerbogen (een Visigotisch architectuurkenmerk) geplaatst van honingkleurig zandsteen afgewisseld met rode tegels. Door de ritmische herhaling van de zuilen en bogen, zou de ruimte oneindig moeten lijken. Hierdoor werden de gelovigen eraan herinnerd zich in het centrum van de wereld te bevinden, ongeacht op welke plek zij zich tot hun God richtten.
Echter de ruimte naar boven voldeed niet aan de normen van die tijd dus ook daar moest een oplossing voor worden gevonden. Geïnspireerd door het beroemde Romeinse aquaduct ‘Los Milagros’ bij Merida, bedachten de architecten een geniale en voor die tijd zeer innovatieve constructie met de dubbele bogenrij.
De eerste uitbreidingen
Bij de grote hoeveelheid uitbreidingen die de oorspronkelijke moskee nog zou ondergaan werden altijd de basisprincipes van het oudste deel in ere gehouden vanwege de innovatieve perfectie ervan. De eerste minaret (de toren bij de moskee van waaruit werd opgeroepen tot gebed) werd gebouwd door Hishan I (788-796) de zoon van Abd al-Rahman. Veertig jaar later breidde Abd al-Rahman II (848) de moskee wegens ruimtegebrek uit met acht nieuwe beuken richting de rivier. Hij liet opnieuw oude zuilen gebruiken en voegde daaraan zeventien speciaal vervaardigde kapitelen toe.
Abd al-Rahman III (ook de bouwer van de vlakbij Córdoba gelegen paleisstad Medina Azahara) bouwde honderd jaar later (951) een nieuwe minaret van 48 meter hoog. Deze toren zou als voorbeeld dienen voor alle torens die destijds in het Westen werden gebouwd. Nu is de constructie ingebed in de barokke klokkentoren uit het einde van de zestiende eeuw. De patio was ook te klein en werd uitgebreid. De voorheen simpele muren werden vervangen door drie portiekgalerijen van zes meter diep. Het Al-Mansoerbassin uit de tiende eeuw is daar nog steeds te bewonderen.
Al-Hakam II en de mihrab
Deze meest geletterde en vrome heerser die Córdoba heeft gekend, bezat een bibliotheek met maar liefst 400.000 boeken, een in die tijd ongekend aantal. Hij zat liever te lezen dan dat hij zich bezig hield met het uitoefenen van de macht. Wel was hij degene die vanaf 961 de meest omvangrijke (twaalf beuken) en weelderigste uitbreiding van de moskee verwezenlijkte.
Tot zover de Guadalquivir het toeliet, breidde hij de moskee uit richting het zuiden. De luisterrijke en prachtige, door Byzantijnse kunstenaars met 1600 kilo goudmozaïek versierde mihrab (achtkantige gebedsnis alleen toegankelijk voor vooraan- staande gelovigen) en de maqsura (gebedsnis voor de heerser zelf) werden toegevoegd. Dit gedeelte is nu te herkennen aan het rode licht dat knippert in de huidige Mezquita.
Om de bestaande symmetrie in de moskee te behouden, besloten de architecten de mihrab in de zuidelijke muur te plaatsen waardoor deze niet naar Mekka kwam te liggen. Met tot doel de ogen van alle gelovigen op zich – en dus normaal gesproken op Mekka - te richten werd de mihrab in elke moskee kunstig en weelderig versierd. In goud aangebrachte spreuken uit de Koran, drie indrukwekkende koepelgewelven met gekanteelde lobbogen, vervolmaakten het geheel.
Uitbreiding van Al-Mansoer
Al-Mansoer verruimde vanaf 987 de moskee tot zijn huidige omvang. Hij bleek een stuk minder verfijnd dan zijn voorganger en was een machtswellustige ambtenaar die zich via intriges tot heerser had weten op te werken. Zijn karakter en grote ego is terug te vinden in de laatste fantasieloze uitbreiding oostwaarts. Met uniforme zuilen, een onbewerkt plafond en simpelweg roodgeschilderde kalkstenen om het rood-witte patroon van de booggewelven in ere te houden, groeide de moskee met acht beuken. Met het gevolg dat de centrale beuk, mihrab en minaret opeens niet meer in het midden van de moskee lagen.
Van moskee naar kathedraal
Toen de christenen in 1236 Córdoba veroverde, waren ze zo onder de indruk van de prachtige moskee dat besloten werd het gebouw ongemoeid te laten. Meteen datzelfde jaar waren mihrab en maqsura getuigen van de eerste katholieke mis die in de tot katholieke kerk gekerstende moskee gehouden zou worden. Jarenlang waren de enige wijzigingen enkele toege- voegde kapellen en altaarnissen in de westelijke muur. In de dertiende eeuw werden voor de eerste ‘kathedraal’ verschei- dene zuilen verwijderd en de ontstane ruimte vervolgens over- dekt met een gotisch gewelf met spitsbogen eronder. Alfonso de Wijze was verantwoordelijk voor de bouw van de Capilla Vil- laviciosa en de Capilla Real, die in de dertiende eeuw werden versierd met mudéjar-stucwerk. In 1523 kreeg bisschop Alonso Manrique toestemming van Karel de Vijfde om opnieuw – maar nu echt - een kathedraal in het interieur van de moskee te bou- wen. Bijna een eeuw hadden drie architecten (Hernán Ruiz I en II en Juan de Ochoa) nodig om de kathedraal met een spectaculair koor gestalte te geven. Tientallen zuilen werden uit de moskee verwijderd, het dak werd opengebroken en zo lang- zaam maar zeker werd de kathedraal een feit. Het bouwwerk is hoofdzakelijk gotisch maar ook hier kwam een fascinerende mengeling aan stijlen tevoorschijn. Onder meer Spaans-Vlaam- se bogen, een renaissance koepel, barokke gewelven en een barok hoogaltaar. Op diverse plekken, zoals waar Moorse booggewelven overgaan in gotische, is de overgang tussen moskee en kathedraal kunstig en erg subtiel vormgegeven. Wel ging het harmonieuze en oneindig lijkende samenspel van bogen met de komst van de kathedraal definitief verloren. Toen Karel de Vijfde op zijn huwelijksreis het gebouw weer zag had hij spijt van zijn toestemming. ‘U hebt iets gebouwd wat u op elke plek gebouwd had kunnen hebben, maar u hebt iets vernietigd dat uniek was in deze wereld.’
Toch kwam er iets unieks voor terug. In een tijd waarin de tegenstellingen tussen de Islam en het Christendom zich meer en meer lijken te manifesteren, geeft de Mezquita-Catedral een symbolische boodschap door uit een tijd waarin er tussen diverse religies onderlinge verdraagzaamheid heerste. Je verdiepen in de Mezquita is je onderdompelen in een onwerkelijke sfeer door de vermenging van stijlen en culturen die, ondanks tegenstellingen toch perfect bij elkaar lijken te passen en resulteren in een gebouw van een uitzonderlijke en overweldigende schoonheid.