
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werkte Miguel Giner bij de douane in Barcelona, waar destijds veel anti-fascisten werkten. Nadat Franco de Spaanse Burgeroorlog had gewonnen, werd Miguel Giner met zijn gezin als een soort straf verbannen naar Les in Lérida. Dit was een klein dorpje met 600 inwoners in het noorden van Spanje. Dit gehucht in de uithoek van de Arán vallei was de laatste doorgang naar het door de nazi’s bezette Frankrijk.
ADVERTENTIE
Begin 1940 werd Miguel Giner benoemd als beheerder van de grenspost. Samen met zijn vrouw Dolores, zijn dochter Isabel en zijn zoon Vicente betrokken zij de kleine woning in Les, die tevens dienst deed als grenskantoor.
Aan de andere kant van de grens zat de kazerne Bagnères-de-Luchon met aan het hoofd een Wehrmacht-officier. Na enige tijd ontstond er zelfs contact tussen beide grenswachters en de Duitse officier had zelfs een keertje bij Giner thuis gegeten.
Juni 1943
Het was niet gebruikelijk dat er veel mensen de grenspost passeerde. Giner was daarom erg verbaasd toen hij eind mei 1943 rond 9 uur in de ochtend allemaal stemmen hoorde. Giner, gevolgd door zijn vrouw en zoon, ging naar buiten om te kijken waar dat geluid vandaan kwam. Er stond een twintigtal, in een vreemde taal sprekende, mensen met koffers aan hun kant van de grens. Onder hen waren ook een aantal kinderen.
Het bleken Polen te zijn en een van hen sprak een beetje Spaans en smeekte Giner of ze de grens over mochten, ondanks het feit dat ze in niet in het bezit waren van een visum. Giner zei dat hij ze helaas de grens niet mocht laten passeren, omdat hij orders had gekregen om niemand het land binnen te laten die niet in het bezit was van een geldig visum. Hij stond al bekend al ‘rode’ en bij ongehoorzaamheden had hij de kans om zelf gefusilleerd te worden of minstens in de gevangenis terecht te komen.
Toen een Duitse vrachtwagen arriveerde om de mensen op te halen, verzekerden de Duitsers Giner ervan dat alle twintig Polen zouden worden overgebracht naar een werkkamp en dat niemand zou worden gedood. Miguel Giner was min of meer gerustgesteld door deze woorden. Desondanks was de deportatie een verschrikkelijke scene. Iedereen huilde toen ze in de vrachtwagen werden gezet en afgevoerd.
Een week na deze gebeurtenis stond de Wehrmacht officier ineens voor de deur bij Giner met de mededeling: "Herinnert u zich de mensen die u terugstuurde...., nou, die zijn allemaal doodgeschoten in Toulouse”. De missie van de nazi-douaneofficier was het organiseren van patrouilles in de bergen om de doorvoer van voortvluchtigen in de Pyreneeën te controleren. Giner was zo geschrokken van dit nieuws, dat hij vanaf dat dat moment besloot niemand meer terug te sturen.
Naar schatting hielp Giner in de volgende tweeënhalve maand tussen 300 en 500 Joden die niet door de nazi’s in de bergen waren onderschept, de grens over. Om dit te kunnen realiseren, had hij een hele groep dappere mensen om zich heen weten te verzamelen. Van buren die de vluchtelingen tijdelijk in hun huizen lieten schuilen tot mensen die hielpen met een overtocht via de haven van La Bonaigua naar Barcelona, Portugal en Vigo.
Vanaf die noodlottige dag in juni 1943 tot aan de dood van Miguel Giner (1970) en zijn vrouw (1980) werd er niet meer over de terugkeer van de Poolse Joden gesproken, ook niet met de kinderen. Nooit. In de eerste plaats omdat de dictator Franco nog in leven was en ten tweede omdat Giner onbewust twintig mensen de dood in had gestuurd.
Andere vluchteligen
Van 3 september 1942 tot 3 augustus 1944 was Francisco Gómez-Jordana Sousa hoofd van het Spaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij streed om een grotere neutraliteit te bereiken en hij was ontvankelijker voor de komst van vluchtelingen. Desondanks was het verkrijgen van visa voor joden, die samen met vrijmetselaars en communisten als vijanden van het Franco-regime werden beschouwd, nog geen gemakkelijke taak. Volgens een studie van Antonio Marquina, directeur van de Onderzoekseenheid Veiligheid en Samenwerking (Unisci), evacueerden de geallieerden in 1943 20.500 vluchtelingen (16.000 Fransen en nog eens 4.500 bondgenoten en staatlozen) via Spanje.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Spanje, net als Portugal, fascistisch maar neutraal. Franco voerde na het winnen van de Spaanse burgeroorlog een dictatoriaal bewind over het land en sympathiseerde met Duitsland. Omdat het land neutraal bleef, vormde het een toevluchtsoord voor Europese Joden. Veel Joodse mensen en andere vluchtelingen gingen ook via Spanje naar verschillende landen in Midden- en Zuid-Amerika.