
[MeerSpanje.nl wordt op dit moment vernieuwd. Binnenkort dus heel veel meer Spanje-inspiratie in een veel aantrekkelijker jasje! Volg ons op Facebook, Instagram, Twitter of schrijf je vast in voor de nieuwsbrief.]
ADVERTENTIE
Fillips koos voor de vele bossen, bronnen, de eeuwige blauwe luchten en de vruchtbare akkers rond Madrid, ruimschoots voldoende om de nieuwe stedelingen te voeden. Direct nadat hij er neerstreek verrezen er talloze gebouwen, kerken en kloosters. Het feit dat Madrid een relatief jonge stad is, betekent niet dat de geschiedenis er geen sporen heeft achtergelaten. MeerSpanje.nl ging op zoek en vond vijf originele plekken om een volgende trip naar Madrid extra interessant te maken.
De rockende oma
Calle de Peña Gorbea, metrohalte Puente de Vallecas (Madrid Oost)
Ondanks dat ze al een eindje in de tachtig was, hield de in Argentinië geboren en door Spanjaarden geadopteerde Angeles Rodriguez Hidalgo zóveel van heavy metal rockmuziek dat ze zoveel mogelijk festivals en concerten bezocht. Altijd getooid in een leren jasje en zo’n beetje de trouwste fan van AC/DC veroverde ze met haar charisma de harten van de veelal jongere hardrockers en werd zo een fenomeen in het Madrileense nachtleven. Ze had zoveel kennis van de muziek dat ze een column kreeg in het blad ‘Heavy Rock’ onder de titel ‘Abuela Consulta’ (vrij vertaald: oma’s advies) waarin ze tips en uitleg gaf over haar zo geliefde muziek. Het hoogtepunt van haar roem kwam toen de rockgroep Panzer haar foto koos als cover van hun album ‘Toca Madera’.
Na haar dood werd ze zo verschrikkelijk gemist en daardoor meteen een legende, dat haar fans haar met een standbeeld nog onsterfelijker wilden maken. De kunstenares Carmen Jorba vatte ‘rock oma’ in brons, compleet met leren jas en pet en met haar hand in het teken van de ‘corna’, gebruikelijk in heavy metal kringen, een vuist met pink en wijsvinger omhoog. Helaas braken vandalen deze vingers van het beeld waardoor het monument van de Abuela Rockera nu meer iets communistisch heeft.
Viskwekerij midden in de stad
Calle de las Moreras, s/n, metrohalte Ciudad Universitaria (Madrid West)
Je zou het niet vermoeden, maar midden in de stad ligt tussen alle bebouwing een viskwekerij. De vissen in de Escuela de Ingenieros de Montes worden puur voor studiedoeleinden en behoud gekweekt. De studenten, die er afstuderen als bio-ingenieur bos- en natuurbeheer, maken er gebruik van tijdens hun practica. Alle vissoorten hier, zoals barbeel, karper, paling en steuren, zijn autochtoon. De ster van de installaties is echter de forel die van oudsher in de rivieren rond Madrid voorkwam en nu in zijn voortbestaan is bedreigd. De gevoeligheid van deze vis met rode en zwarte vlekken maakt het moeilijk om in gevangenschap te houden. Wilde exemplaren komen naar de kwekerij en nadat er gepaard is worden ze weer naar hun oorspronkelijke habitat gebracht. Het water van de kwekerij is rijk aan zuurstof en koud en afkomstig uit een bron onder de stad van 200 meter diep. Midden in een arboretum met vierhonderd plantensoorten ligt de kwekerij waar vrij doorheen gewandeld kan worden. Als je van tevoren belt, kun je je laten rondleiden door een van de onderzoekers. Op terrassen die het water laten stromen zijn verschillende kweekvijvers die elk een soort vis bevatten. Heb je geen gids, dan wordt je alsnog via tekst uitvoerig geïnformeerd bij elke vijver. Eenmaal uitgekeken op de vissen, dan is het gebouw met een aquarium op de begane grond ook zeer de moeite waard.
Resten Frontón Beti-Jai
C/Marqués de Riscal, 7, metrohalte Rubén Darío (Madrid- Noord)
De titel zal bij weinig mensen een belletje doen rinkelen. Ingeklemd tussen de residentiële panden uit de vorige eeuw in het district Chamberí, een van de meest exclusieve zones van Madrid, ligt een indrukwekkende ruïne van van wat op het eerste oog lijkt op een vreemd, beetje rondlopend gebouw. Achter de gevel ligt een rechthoekig braakliggend veld. Het doet in de verte een beetje denken aan een stierenarena omdat de gevel aan de achterkant wordt gevormd door galerijen met tribunes. Deze ‘frontón’ van vierduizend vierkante meter werd in de negentiende eeuw gebouwd om de massale belangstelling voor het destijds superpopulaire Baskische voetbal (pelota Vasca), een spel dat iets weg heeft van het Friese kaatsen of squashen, het hoofd te kunnen bieden. In de tweede helft van de negentiende eeuw was het spel zelfs populairder dan voetbal. Frontón betekent overdekt gebied en de naam van deze frontón was ‘Beti-Jai’, wat in het Euskadi ofwel het Baskisch ‘altijd feest’ betekent.
Beti-Jai werd ontworpen door de architect Juaquín Rucoba in opdracht van ondernemer José Arana. Arana wilde zijn frontón in dezelfde stijl als die in San Sebastián, maar dan beter, groter en gemaakt van modernere materialen. In april 1894 werd het geopend. De Madrileense bourgoisie maakte jarenlang dankbaar gebruik van het upstanding centrum van vermaak. Slechts zestien jaar duurden deze hoogtijdagen. In 1919 werd Beti Jai gesloten. In eerste instantie had het tijdens de dictatuur en de jaren erna nog nut als politiebureau en honk voor de muziekband van de nationalistische partij Falange. Daarna diende het jarenlang nog als garage van Citroën. Inmiddels is het een beschermd monument en bijgeschreven op de lijst met historisch erfgoed. De bescherming heeft jammer genoeg het verval niet kunnen voorkomen.
De verliefde geest in de San José kerk
C/Alcalá, 43, metrohalte Sevilla (Centrum Oost)
Voor liefhebbers van geesten en spookhuizen is de kerk van San José een populaire bestemming. Bij de kerk hoorde ooit in de zestiende eeuw een Karmelietenklooster. De nonnen werden er in 1836 uitgezet, waarna de gebouwen leeg bleven staan en enkel de herinneringen aan de vroegere bewoonsters overbleven. Tot er daarna iets geks gebeurde: een jongeman ging op nieuwjaarsnacht uit dansen in een van de adellijke stadspaleizen. Hij verveelde zich een beetje tot precies om drie uur ’s nachts het mooiste meisje dat hij ooit had gezien binnen kwam. Ze brachten samen de rest van de nacht door tot het licht werd en het object van zijn adoratie hem vertelde dat ze naar huis moest. Hand in hand liepen ze door de schemerende straten van Madrid tot het meisje stil hield bij de San José kerk en zei ‘ik blijf hier’. De jongen dacht dat zij zich vergistte, maar toen ze volhield voelde hij zich voor de gek gehouden en vertrok.
De volgende dag liep hij in de middag langs de kerk en zag dat er een begrafenisdienst werd gehouden. Nieuwsgierig ging hij naar binnen om te zien wie er was overleden. Zijn verbazing en schrik konden niet groter zijn toen hij zijn kersverse geliefde in de kist zag liggen. Verblindt door verdriet rende hij de kerk uit en werd achternagelopen door een meisje dat hem vroeg wat er aan de hand was. Toen hij zijn verhaal had gedaan, reageerde ze: ‘dat was mijn nichtje. Zij is altijd al verliefd op je geweest, maar was te verlegen je te benaderen. Vannacht om 3 uur is ze overleden.’
Beeld ‘Vliegongeluk’
C/Milaneses, 3, metrohalte Opera (Centrum West)
Soms loont het omhoog te kijken terwijl je door vreemde oorden loopt in plaats van recht vooruit of naar de grond. Zo ook in Madrid. Talloze ornamenten, beelden en andere details sieren de vaak statige gebouwen. In C/Milaneses om de hoek bij de Calle Mayor is iets bijzonders te zien hoog boven het drukke stadsgewoel in het historische centrum. Het lijkt op een gevallen engel. Een letterlijk neergestorte man met enorme vleugels gevat in een beeld van 300 kilo brons met koperen dekking biedt een wel erg verontrustende aanblik en niet alleen omdat hij elk moment van zijn plek naar beneden lijkt te storten omdat het loodzware geheel niet goed in balans lijkt te zijn. Vanaf de grond is het niet duidelijk, maar internet toont gedetailleerdere foto’s waarop goed is te zien dat de maker van het beeld de brute impact van de landing heeft willen weergeven tot en met een geknakte nek aantoe. Het beeld, dat doet denken aan Lucifer of Icarus met zijn verbrande vleugels, werd gemaakt door de kunstenaar Miguel Angel Ruiz en siert sinds 2005 het gebouw op verzoek van de bewoners van het pand die iets wilden om het te versieren. De uitleg van Ruiz is dat hij met zijn beeld een man weergeeft die 10.000 jaar geleden een wandeling ging maken en besloot vliegend op zijn rug terug te keren. Al zwevend door de lucht, spelend met de wolken en genietend van de zon vergat hij de tijd om tot zijn schrik te ontdekken dat in de weilanden van weleer een complete stad was verrezen.