
Glooiende heuvelachtige velden, bezaaid met wijngaarden, fruit- en olijfbomen, zorgen voor veel visuele verrassingen. Het beschermde natuurgebied Sierra Tejeda, Almijara en Alhama houdt de koude noordelijke winden tegen, waardoor hier tropisch fruit, zoals avocado’s, mango’s en de beroemde moscatel-druif, goed kan gedijen.
ADVERTENTIE
De pieken van de Sierra Tejeda (met de Maroma van 2056 meter als hoogste punt) vormen niet alleen de grens met de provincie Granada, maar ook een prachtig decor voor de witte dorpjes in deze streek. La Axarquía is door de gunstige geografische ligging altijd erg belangrijk geweest voor de verschillende volkeren die het gebied bewoonden.
Van doorgangsroute van het Moorse koninkrijk Granada naar Málaga en de kust, verblijfplaats van de laatste Moren in Spanje, tot producent van moscatel-wijn en olijfolie. Op het uiterlijk van de rijkelijk aanwezige, stralend witte dorpjes lijkt de vooruitgang geen vat te hebben gehad, waardoor er nog steeds een onmiskenbare Arabische sfeer hangt.
Druiven olijven en Moors erfgoed
Druiven, olijven en Moorse invloeden vormen de basisingrediënten voor het aantrekkelijke van La Axarquía. Deze leveren een interessante mix op van goed bewaard gebleven tradities en (oogst)feesten. De gastronomie van de streek biedt een uitgebreide variëteit aan typische gerechten.
Er zijn vijf routes gebaseerd op de streekproducten uitgezet; Ruta del Vino (wijnroute), Ruta del Aceite (olijfolie route), Ruta Mudéjar (Moorse route), Ruta del Sol y Aguacate (route van zon en avocado) en de Ruta de la Pasa (rozijnenroute). Alle routes worden met behulp van wegwijzers duidelijk aangegeven.
Verwacht echter geen enorm grote samenhang tussen de dorpen per route, gebaseerd op het onderscheidende kenmerk ervan. In de hele streek zijn namelijk olijfbomen te vinden, buiten de wijnroute sieren ook genoeg wijngaarden de heuvelflanken en alle dorpen in de regio vertonen op zijn minst enkele Moorse kenmerken.
De routes vormen wel een erg praktisch uitgangspunt voor een globale verkenning van de streek. Meer informatie over de routes is te vinden bij de informatie aan het einde van dit artikel
Zoete moscatel wijn
Van de oppervlakte van La Axarqía bestaat ongeveer drieduizend hectare uit wijngaarden. De zoete wijn vormt het belangrijkste product van de streek. De wijnroute ligt het meest oostelijk richting Nerja en leidt langs de dorpen Torrox, Frigiliana, Cómpeta, Canillas de Albaida, Sayalonga en Algarrobo.
Van de moscatel-druif wordt wijn gemaakt die al eeuwenlang erg beroemd is. Vierhonderd jaar geleden behoorde de zoete, versterkte wijn van Málaga tot de duurste wijnen ter wereld. De provincie Málaga is een van de weinige plekken ter wereld waar de zoete moscatel-druif goed gedijt. Volgens traditie worden de Málaga- of Moscatel-wijnen gemaakt van druiven die voor het persen op matten in de zon gelegen hebben.
Cómpeta
Cómpeta is hét wijndorp van La Axarquía en de wijnproductie van dit dorp is zowel nationaal als internationaal beroemd. In deze modelversie van een ‘pueblo blanco’ liggen twee wijnbodega’s en een wijnmuseum. Het belangrijkste feest van Cómpeta is El Noche del Vino (nacht van de wijn) dat jaarlijks plaatsvindt op 15 augustus.
Frigiliana
Frigiliana ligt meer naar het oosten op de wijnroute en schijnt in het buitenland bekend te staan als het meest beroemde witte dorp van Andalusië. Dit is duidelijk te merken aan de toeristische sfeer die er heerst. In de hoofdstraat zijn er al drie winkeltjes te vinden die de typische streekproducten (wijn, rozijnen, honing, olijfolie) verkopen.
De vele toeristen komen hier, net als wij niet voor niets. Het is een schilderachtig dorp. Alle kenmerken voor ‘pueblos blancos’ zijn ook hier met eigen ogen in de mooiste representaties te bekijken.
We slenteren door nauwe, steile, goed verzorgde straatjes. De bewoners lijken een stilzwijgende afspraak te hebben om met behulp van op straat staande planten en bloembakken een gezamenlijke voortuin te creëren. Zoals we later ook in andere dorpen van La Axarquía tegenkomen, zijn in Frigiliana op verschillende plekken borden aan de gevels bevestigd met daarop delen uit een boek uit de zestiende eeuw, die meer informatie verschaffen over de geschiedenis.
Olijfolie
De olijfolieroute leidt langs La Viñuela, Alcaucín, Periana, Alfarnatejo, Alfarnate, Colmenar en Riogordo. Het Spaanse woord voor olijf is ‘aceituna’, naar het Moorse ‘az-zait’. Oorspronkelijk plantten de Romeinen olijfbomen in het noorden van Andalusië maar de Moren verspreidden de teelt over het hele schiereiland.
Dat een van de routes in La Axarquía geheel aan de olijf is geweid is niet raar, gezien het gegeven dat een vijfde van alle olijfolie in de wereld in deze deelstaat wordt geproduceerd. Van de olijven die in La Axarquía groeien, is ook nog eens een van de beste soorten olijfolie ter wereld afkomstig.
Kenmerkend aan de olijf uit La Axarquía is de fruitige smaak. Waar andere olijven licht bitter kunnen smaken is deze olijf eerder zoet. Na de oogst, die ergens tussen november en half december plaatsvindt, onttrekt men de olie van gewassen olijven door deze flink te pletten tussen stenen of stalen raderen. De olijfpulp wordt uitgespreid op matten die vervolgens met een pers ook weer worden samengeperst. De uit de pulp onttrokken olie wordt vervolgens gefilterd en ter bezinking in vaten opgeslagen.
Periana
Periana is de ‘hoofdstad’ van de olijf. Met 3.408 inwoners is het ook het grootste dorp in het binnenland van La Axarquía. Op 2,5 kilometer buiten het dorp liggen: ‘Los Baños de Vilo’ met geneeskrachtige wateren. Deze Moorse baden zijn rijk aan zwavelwaterstof, magnesium, calcium en stikstof en worden voorgeschreven als kuur tegen huidziekten.
Alfarnate
Vlak buiten het kleine dorpje Alfarnate ligt de oudste ‘venta’ (herberg) van Andalusië. Hier kwamen mensen op adem die uit Granada kwamen en net de ‘Puerto de los Alhazores’ waren overgestoken. Deze bergpas vormt in feite de bestaansgrond van Alfarnate. Het dorp was in de tijd van de Nazarí koningen in Granada erg belangrijk. De venta is nog steeds een restaurant en herbergt zelfs een klein museum.
La Viñuela
Drie pittoreske bruggen verbinden de oevers van de rivier Palancar, die midden door het dorp stroomt met elkaar. La Viñuela ontstond in de achttiende eeuw zelfs rond een herberg en is hiermee het ‘jongste’ dorp van La Axarquía. Hier vandaan is het stuwmeer met dezelfde naam niet te zien, dat ligt een stukje verderop. In 1890 begon men met de bouw van dit waterreservoir dat 170 miljoen vierkante meter water kan herbergen.
Aan de zuidelijke kant staan picknicktafels en er kan gebarbecued worden. Een enkele zeilboot of kano waagt zich zo nu en dan over het verder spiegelgladde water. Het is mogelijk rond het meer te wandelen.
Moren
Waar elders de Moren al eieren voor hun geld hadden gekozen, is La Axarquía de streek waar ze het langst zijn gebleven. De meest beroemde ‘persoon’ uit La Axarquía is echter geen Moor, maar zou wel eens ‘El Hombre de Zafarraya’ kunnen zijn. De erg goed geconserveerde resten van deze Neanderthaler werden in 1983 gevonden in de grotten van ‘Boquete de Zafarraya’ in de heuvels bij Alcaucín.
Naast deze vroegste bewoners lieten evenals de Feniciërs ook de Romeinen hier hun sporen achter. De meest duidelijke stempel is echter afkomstig van de Moren. Meer dan zevenhonderd jaar overheersing heeft ervoor gezorgd dat bijna elk dorp in dit deel van Zuid Spanje Moorse kenmerken vertoont. Oude forten, wachttorens en bogen over de straatjes in de dorpen staan nog overeind. Typische Moorse bebouwing bestaat uit kleine witte huisjes met platte daken en niet meer dan twee verdiepingen. Ook in de regionale keuken zijn veel Moorse overblijfselen te vinden.
Moorse route
De Moorse route leidt langs Arenas, Árches, Salares, Sedella en Canillas de Aceituno. Salares is met 220 inwoners het kleinste dorp van La Axarquía en alleen daarom al leuk te bezoeken. Het gehucht bezit zelfs een nationaal monument, de prachtige kerktoren uit de dertiende eeuw. De brug over de rivier Salares stamt nog uit de Romeinse tijd.
In september vindt jaarlijks Al As-Sharq plaats, de zogenaamde morenfeesten. Inwoners gaan getooid in Arabische gewaden de straat op. Alle vermaak wordt georganiseerd rond de typische gebruiken, kunsten en wetenschappen uit de tijden van Al Andalus.
Árchez
Door het eveneens kleine dorpje Árchez stroomt het riviertje ‘Turbilla’. Tot eind vorige eeuw waren hier nog drie molens in werking, El Molino de Doña Fidela, Reusto en Castrán. Allen zijn buiten gebruik maar nog wel te bezichtigen. De dorpskerk, een juweel uit het tijdperk van de Naar koningen, ‘Iglesia de la Encarnación is gebouwd in de vijftiende eeuw. De mudéjar-toren is erg bijzonder en ook benoemd tot nationaal historisch monument.
Met een lunch in restaurant ‘Posada-Meson Mudéjar’ blijven we helemaal in Moorse sferen. In piepkleine, sfeervol ingerichte ruimtes rond een kleine patio, genieten we van Moors getinte gerechten en een gemoedelijke bediening.
Arenas
In Arenas liggen resten van het Arabische fort ‘El Pico de Bentomiz’. Zoals alle verdedigingswerken, ligt ook deze op een prachtlocatie met geweldige uitzichten over de zonovergoten heuvels en de zee.
Dichtbij Alfarnate, tussen Sierra Tejeda en de heuvels van Periana, ligt de ‘Tajo del Boquette de Zafarraya’. Dit is een pas die leidt naar Granada. Hier in de buurt liggen de resten van het stadje Zalía, gebouwd door Moren. Samen met fort Comares en fort Bentomiz vormden deze drie gebouwen eeuwenlang dé verdedigingsdriehoek van La Axarquía.
Rozijnen
De moscatel-druif heeft de unieke eigenschap dat deze niet gaat rotten wanneer deze in de zon ligt. Over de hele regio verspreid liggen rechthoekige platte vlakken naar de zon toegekeerd waarop de druiven kunnen drogen. De uit dit proces voortkomende rozijnen worden gebruikt voor de productie van zoete wijn. Daarnaast worden ze ook zo geconsumeerd. Jaarlijks wordt in La Axarquía ongeveer 200.000 kilo rozijnen geproduceerd.
Comares
De rozijnen route (Ruta de la Pasa) leidt langs Comares, Cútar, El Borge, Almáchar, Moclinejo en Totalán. Het mooiste dorp op deze route is Comares. Door de spectaculaire ligging op een hoogte van 685 meter met een prachtig uitzicht naar alle windrichtingen, wordt Comares ook wel het balkon van La Axarquía genoemd.
In de straat liggen tegels in de vorm van voetstapjes. Deze vormen een route langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Ook hier vinden we, net als in Frigiliana de informatieborden met verhalen over het dorp uit de zestiende eeuw.
Op het hoogste punt staat nog een deel van de Torre de la Tahona, ooit onderdeel van het kasteel van Comares. Nu is er een bijzondere begraafplaats die de moeite van een bezoek zeker waard is. Zoals bij veel Spaanse begraafplaatsen liggen de graven hier op elkaar en vormen de vensters aan de voorzijde kleine gedenktempeltjes. De felle zon die over de rijkelijk aanwezige, kleurrijke bloemen strijkt zorgt voor een enigszins bevreemdende, luchtige sfeer op deze beladen plek.
Rozijnmuseum Almáchar
Vanuit Comares volgen we kronkelende weggetjes met na iedere bocht weer een verrassend uitzicht, of een ander piepklein gehucht dat ligt te stralen tussen de groene druivenranken in de namiddagzon. In Almáchar is een rozijnmuseum waar het volledige productieproces van druivenpluk tot rozijn inzichtelijk wordt gemaakt.