
Omdat mensen bij gebrek aan alternatief steeds meer op elkaar aangewezen zijn, raken ze geïnspireerd om niet bij de pakken neer te gaan zitten en bedenken ze initiatieven om hun leven en dat van anderen op een duurzame manier te verbeteren. In Spanje vertaalt dit soort solidariteit zich in het ontstaan van lokale alternatieve munten, tijdbanken en nieuwe vormen van ruilhandel. Deze initiatieven vormen een publiek vangnet voor hen die buiten dat van de overheid vallen.
Ruilhandel
Het concept is natuurlijk niet nieuw. In de 19e eeuw waren er veel gelijksoortige initiatieven gebaseerd op de filosofie dat prijzen van goederen en diensten beter in overeenstemming moesten zijn met het werk dat ervoor gedaan moest worden. Ruilhandel op zich is al zo oud als de mensheid. Dankzij het internet kan dit fenomeen makkelijker uitgroeien en veel mensen bereiken. Iedereen die wil, kan er aan mee doen vanaf zijn bank of vanaf de gemeentelijke Wifi-spot.
Beheerders van munten, tijdbanken en ruilhandel richten websites op waar gebruikers zich kunnen registreren en een profiel aanmaken. In dat profiel omschrijven ze over welke vaardigheden ze beschikken en hoe ze deze kunnen en willen inzetten of wat voor type diensten ze kunnen aanbieden. Iedereen kan alle eigen transacties en kredieten bijhouden, maar ook die van alle andere gebruikers. De voorbeelden van anderen dienen veelal ook ter inspiratie.
Negatief saldo is niet negatief
Het idee dat deze gemeenschappen gemeen hebben, is dat een negatief saldo helemaal niet negatief hoeft te zijn, zoals dat bij normaal geld doorgaans wel het geval is. Heb je bijvoorbeeld een uur lang op iemands kinderen gepast, dan sta je één eenheid in de min. Dit betekent echter dat je een bijdrage hebt geleverd aan de samenleving. Een op zichzelf erg positief iets.
Leven zonder werk
Volgens Julio Gisbert (1965), de oprichter van het blog ‘Vivir sin Empleo’ (leven zonder werk) en schrijver van het gelijknamige boek, moeten veel mensen de ‘chip’ in hun hoofd veranderen. Met een zogenaamd negatief saldo, ben je debiteur van de gemeenschap. Op het moment dat je zelf echter iets nodig hebt, krijg je er een dienst of tijd voor terug.
Gisbert, van huis uit een conventionele bankier en informaticus, brengt op zijn blog alle eerder genoemde initiatieven in kaart. Volgens hem stimuleert deelname aan een van dergelijke gemeenschappen de creativiteit van die personen die geen werk en geen geld meer hebben. Ze hebben namelijk wel iets anders; zeëen van tijd. En iedereen kan wel iets. De een kan lekkere tortillas bakken, de ander kan muren schilderen, een tuin onderhouden of heeft nog wel een auto waarmee hij mensen kan rondrijden in ruil voor lessen Engels, waarmee hij zijn kansen op de arbeidsmarkt wil vergroten.
Lokale initiatieven
De overeenkomst tussen alle ruilhandel is dat de verschillende initiatieven uit praktisch oogpunt automatisch zeer lokaal gebonden zijn en vaak zijn ontstaan in bepaalde vriendengroepen, families of zelfs woonwijken. Al is het aantal werklozen onder deelnemers van ruilinitiatieven in de meerderheid, ook mensen die nog een betaalde baan hebben, melden zich aan.
Zelf werkt Gisbert ook nog. Hij wil echter via zijn ‘Vivir sin Empleo’ mensen bijstaan die het minder getroffen hebben dan hij. Daarbij geeft hij advies aan mensen die in hun buurt ook een tijdbank of een munt willen oprichten. ‘Wie al tijden geen baan meer heeft, voelt zich vaak alleen en nutteloos. Wie zich voor een ander kan inzetten en daar zelf ook baat bij kan hebben, ziet zijn gevoel van eigenwaarde en daarmee zijn gevoel van welbevinden met sprongen toenemen.’
Één regel hebben alle gemeenschappen echter wel gemeen: de ruil kan niet ongelimiteerd voortduren of voor onbepaalde tijd zijn. Geef je bijvoorbeeld Engelse les op wekelijkse basis dan kan een reguliere talenschool je natuurlijk aanklagen. Jij betaalt geen belasting waardoor je op oneerlijke wijze concurreert en feitelijk gewoon zwart werkt. Gaat het slechts om sporadische dienstverlening, dan is het legaal. ‘Sommige tijdbankers zijn 20 uur per week aan het werk, maar doen allerlei verschillende dingen’, aldus verduidelijkt Gisbert.
Alternatieve munten
Ze heten Jaras, Choquitos, Pitas, Jiumenas, Saleros, Comúnes, Pepas, Arkitos en Janditas en het zijn munten. Munten die de laatste jaren in Spanje als paddestoelen uit de grond schieten. Munten waarmee goederen of diensten kunnen worden gekocht, zonder het Bruto Nationaal Product van het land te beïnvloeden. Ze bestaan parallel aan de euro, maar concurreren er niet mee. De meeste van die alternatieve munten hebben het verbeteren van onderlinge relaties, vergroten van de solidariteit en het verhogen van de kwaliteit van leven van hun leden tot doel.
In Spanje bestaan op dit moment al ruim 30 complementaire munten. De helft van die munten rouleert in Andalusië en een aanzienlijk deel in Catalonië. De munten zijn gebaseerd op tijd. Je levert een dienst en krijgt er een munt voor terug. Deze kun je inwisselen voor de dienst van een ander. Vaak geldt als uitgangspunt dat 1 uur service gelijk staat aan 1 munt.
Wederzijdse dienstverlening
Zo gaat het wel om geld, maar het geld is in tegenstelling tot het conventionele geld, gebaseerd op de werkelijke behoeften die bestaan in een gemeenschap ofwel het LETS systeem (in het Engels: Local Exchange Trading System). Het gaat om wederzijdse dienstverlening diewordt geruild zonder tussenkomst van een fysieke munt. Producten en diensten krijgen een werkelijke waarde en rente bestaat niet, ter vermijding van speculatie.
Daarbij wordt de ‘munteenheid’ gecontroleerd door de gemeenschap, dus niet door een externe entiteit. De balans in het hele systeem staat altijd op nul. Er is altijd sprake van crediteuren en debiteuren die, als je ze tegen elkaar wegstreept, op nul staan. De meeste muntgemeenschappen hebben als regel dat leden een maximale ‘schuld’ van bijvoorbeeld 300 munten kunnen opbouwen. De kredieten en nog te volbrengen acties worden bijgehouden in schriftjes of op de betreffende websites. Regelmatig wordt er een ‘mercadillo’ ofwel markt gehouden, waar mensen met hun alternatieve munten terecht kunnen.
Tijdbanken
Volgens een onderzoek van Gisbert van ‘Vivir sin Empleo’, dat ook werd gepubliceerd in The Wall Street Journal, is sinds 2010 het aantal tijdbanken (Bancos de Tiempo) in Spanje bijna verdubbeld tot een kleine 300 in totaal. De geruilde tijd wordt voornamelijk ingevuld met hulp in de vorm van bijvoorbeeld transport, huishouden, verzorging, reparatie of schoonmaak. De meeste tijdbanken hebben tussen de 40 en 500 leden.
Het uitgangspunt is gelijkheid en solidariteit en als principe geldt: ‘mijn tijd is net zoveel waard als jouw tijd, ongeacht soort dienst of specifieke vaardigheid’. Een uur juridisch advies heeft dezelfde waarde als een uur schoonmaken. Volgens Gisbert is het type mensen dat zich registreert zeer uiteenlopend. Van advocaten tot loodgieters en huisvrouwen. Iedereen kan meedoen, want iedereen kan wel iets bijdragen aan zijn gemeenschap.
Hij noemt als voorbeeld hoe hij gebruik maakt van de lokale muntsoort in Sevilla, de Puma. De Puma’s die hij ontving na het geven van een lezing over tijdbanken en complementaire munten, gebruikt hij voor de betaling van het hotel waar hij verblijft om van 10 tot 12 mei de ontmoetingsdag lokale munten bij te wonen. Op Sindinero.org is een kaart van Google te vinden met daarop alle tijdbanken inclusief contactgegevens.
The Social Coin
De slechte omstandigheden waarin velen zich bevinden, dienen ook ter inspiratie van anderen die graag iets willen doen om de wereld wat vrolijker te maken door anderen belangenloos te helpen. Een groepje jongeren in Barcelona richtte ‘The Social Coín’ op. Een alternatieve munt van een heel andere orde dan de eerdergenoemde in dit artikel.
Via crowdfunding moet voldoende geld bijeen worden gebracht om de munten en het digitale platform er omheen uit te bouwen. Elke munt bevat zaadjes, is gemaakt van biologisch afbreekbaar materiaal en bevat een unieke code. De sociale munt is te koop via de website Thesocialcoin.org.
Heb je de munt, dan denk je na over een handeling of dienst die je voor een ander wilt doen. Dit kan variëren van een wandeling maken met de bejaarde buurvrouw, een moeder met een kinderwagen de trap op helpen, of iemand met haast bij de slager voor laten gaan. Er wordt niets gekocht of verkocht. Slechts kleine daden worden doorgegeven.
Vervolgens leg je het idee achter ‘The Social Coin’ uit aan de ontvanger van je goede daad en geeft de munt en dus een goede daad door. Zo ontstaat er een ketting van sociale daden. Met de code op de munt kun je via de website precies volgen welke weg jouw munt gaat en welke acties ermee zijn verricht. Het idee is dat het zaadje aan het einde van de solidaire ketting die jij bent gestart uit kan groeien tot iets duurzaams.