
We ontmoetten de Nederlandse ambassadeur in Spanje op een prachtige locatie aan zee in het Zuid-Spaanse Marbella, waar hij was voor een toespraak voor Ellas, het netwerk van Nederlandse Zakenvrouwen aan de Costa del Sol. Dit interview werd eerder gepubliceerd in Spanje Magazine.
ADVERTENTIE
Wat is er veranderd in Spanje sinds uw komst naar Madrid in de zomer van 2012?
‘Toen ik in de zomer van 2012 vanuit Griekenland naar Spanje kwam, zat het land in een vrij benarde situatie. Het was een hele spannende periode met veel onzekerheid. Door mijn tijd in Griekenland was ik vrij goed thuis in dit soort situaties.. Met de beroemde rescate [het financiële noodpakket voor de Spaanse bankensector van 41 miljard euro] begon de regering met het doorvoeren van hele belangrijke bezuinigingen en hervormingen en doet dat nog steeds. Het Spaanse collectief is in staat gebleken om een buitengewoon ingewikkelde en politiek ook heel moeilijke operatie in gang te zetten, die er toch toe heeft geleid dat het land er stukken beter voor staat.’
Rajoy doet het dan economisch wel goed, maar de samenleving loopt daar in sociaal opzicht erg op achter?
‘Dat is de balans die je als regering moet vinden in een dergelijke situatie. Je moet het macro-economisch evenwicht en het sociale evenwicht bij elkaar houden. Dat betekent dat je de maatregelen die je neemt heel goed moet uitleggen.’
Wat is de rol van de Nederlandse ambassade in Spanje binnen dit geheel?
‘Als ambassadeur ben ik vertegenwoordiger van de Nederlandse regering. Ik praat met iedereen op alle niveaus en laat de Nederlandse visie goed horen daar waar die gehoord moeten worden. Spanjaarden hebben analyses, opinies en doelstellingen die uiteraard vaak net iets anders zijn, maar veelal ook helemaal niet. Die nuances tasten we met elkaar af en zo proberen we in het midden oplossingen te vinden die voor iedereen aanvaardbaar zijn. Je houdt elkaar scherp. Dat doen we ook op Europees niveau in Brussel. Een belangrijk deel van mijn werk is de politiek goed volgen en weten waar de prioriteiten van de Spanjaarden liggen en waar hun beperkingen zitten. Hiermee moeten we dan rekening houden. Die samenwerking loopt heel goed.’
In het nieuws wordt Spanje vaak vergeleken met de andere zogenoemde ‘knoflooklanden’. Is de Spaanse situatie te vergelijken met wat u in Griekenland heeft meegemaakt?
De situatie in Griekenland is geheel anders. Daar onstond het probleem vanuit de overheid die op bepaalde punten niet goed functioneerde. In Spanje kwamen de problemen vanuit de bouwsector. Het interessante is dat voor 2008 de schuld van circa 60 procent van het BNP van Spanje ongeveer gelijk was met die van Nederland. Ook het tekort op de overheidsbegroting lag rond de 3 procent. In Nederland zit dat inmiddels op 72 procent in Spanje loopt het richting de 100 procent. Spanje heeft teveel private schulden.. In Nederland zijn de particuliere schulden ook hoog, maar daar staat ontzettend veel bezit tegenover in pensoenfondsen en spaartegoeden. De Griekse overheidsschuld zit op 170 procent van het BNP.’
U zegt dat de Spaanse overheid goed functioneert, maar functioneert die soms niet té goed als in dat deze teveel geld kost en te log is?
‘Over het algemeen is onze indruk dat wanneer de Spaanse overheid zegt we gaan het zus of zo doen, dan doen ze dat. Dat probeer ik in Den Haag ook uit te leggen. Er zitten tussen de zuidelijke landen onderling heel veel verschillen. Voor elk van die landen is de receptuur anders, dus liggen ook de politieke mogelijkheden anders.’
Naast dit ‘politieke werk’ is ook het economisch en handelswerk van de ambassadeur zeer belangrijk. ‘Spanje is onze zevende exportmarkt. Daar gaat circa 12 miljard euro per jaar naar toe aan goederen en diensten. In Spanje zijn er 1.800 bedrijven met minimaal 30 procent Nederlands geld. Dat is de definitie die wij hanteren voor Nederlandse bedrijven. Van die 1.800 bedrijven zitten 800 in Madrid en omgeving, 600 in en rond Barcelona en de rest is verspreid door heel Spanje, maar met concentraties aan de kusten.’
De positieve geluiden vanuit Spanje gaan met name over de gestegen export?
‘Hier moet je echt kijken naar wat er nieuw is zoals nieuwe producten en nieuwe markten, want in een crisis zie je altijd de export stijgen omdat de consumptie in een land daalt. Ik heb de indruk dat de toename in Spanje sterk zit bij de export van de tien of twintig grootste Spaanse bedrijven. Met name omdat ze nu scherper kunnen concurreren in bepaalde sectoren. Er wordt meer geëxporteerd naar landen waar Spanje voorheen niet zat, dat is een interessant fenomeen.’
Ziet u dat Spaanse bedrijven inventiever worden door de crisis?
‘De grote zwakte in de Spaanse economie blijft het midden- en kleinbedrijf dat weinig flexibel en naar binnen gekeerd is. Hier is het heel moeilijk de arbeidsverhoudingen aan te passen en die kleinere bedrijven hebben helemaal geen traditie om te exporteren. Daar zit de winst op den duur, maar daar is wel een cultuuromslag voor nodig. Initiatieven zoals Made in Spain moeten daar een bijdrage aan leveren en het imago van Spanje helpen verbeteren. De wil is er en nu moeten ze het ook uitvoeren.’
Wat is uw persoonlijke indruk van Spanje?
‘Ik vind het een zeer interessant land met een ontzettend rijke geschiedenis. Ik ben historicus dus interesseer me erg hiervoor. Er is een enorme variëteit metveel interessante mensen. Ik geniet enorm van de vriendelijkheid van de Spanjaarden die tegelijkertijd serieuze en harde werkers zijn, maar ook het goede leven weten te waarderen.’
Er is vaak kritiek op Spanje als in ‘dat is typisch Spaans’, wat vindt u daarvan?
‘Ik vind dat Spanjaarden over het algemeen goed georganiseerd zijn en een geweldige ontwikkeling hebben doorgemaakt. Kijk waar dit land stond midden jaren zeventig en kijk waar ze nu staan. De mogelijkheden en middelen die ze aangeboden hebben gekregen onder meer door hun lidmaatschap van de Europese Unie, zijn heel goed gebruikt, er is goed geïnvesteerd. Natuurlijk is er hier en daar een witte olifant [corruptieschandaal], die heb je overal, maar over het algemeen heeft het land het goed gedaan en dat spreekt voor het collectief.’
Het valt op dat het relatief rustig blijft in de samenleving, ondanks de grote problemen waar veel mensen mee worstelen?
‘Spanjaarden hebben een goede sociale opvang in de directe familie- en vriendenkring. Het nabuurschap leeft heel sterk hier. In Nederland wordt gesproken over de participatiesamenleving als nieuwe term, maar dat is iets wat hier heel normaal is. Daar kunnen we in Nederland nog wel iets leren.
Over de ambassadeur
Drs. Cornelis van Rij (Amsterdam, 1954) startte zijn politieke carrière bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag en vervulde aansluitend diverse functies op Nederlandse ambassades in Zuid Korea en Peru. In 1992 werd hij in Brussel aangesteld als adviseur bij de Forward Studies Unit, onder toenmalig voorzitter van de Europese Commissie Jacques Delors. De heer Van Rij was enige tijd lid van het Kabinet van Europees commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen Hans van den Broek en tussen 1994 en 1997 was hij particulier secretaris van Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus der Nederlanden. Terugkerend naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag werd hij Europees correspondent en plaatsvervangend directeur van de Directie Politieke Zaken. Tussen 1999 en 2005 werkte hij als Chef de Division bij de Policy Unit van het Secretariaat Generaal van de Raad van de Europese Unie in Brussel en was in die hoedanigheid diplomatiek adviseur van EU Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid Javier Solana. Opnieuw keerde hij terug op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag in 2005 waar hij directeur werd van de Directie Integratie Europa. Van 2008 tot medio 2012 was hij Buitengewoon en Gevolmachtigd Nederlandse ambassadeur in Griekenland. Sinds zomer 2012 is hij de Nederlandse Ambassadeur in Spanje.