
Tweeduizend jaar later is de Romeinse erfenis hier groter dan in enige andere Spaanse stad. Veel van die schatten zijn nog opvallend goed bewaard gebleven. Ze bieden een verhelderend kijkje in de geschiedenis en tegelijkertijd een originele stedentrip, ver weg van de gebaande paden.
ADVERTENTIE
Er is zoveel bijzonders in de stad - die als eerste werd bewoond door veteranen uit de Romeinse legioenen onder keizer Octavio Augustus - dat de Unesco het archeologisch ensemble in 1993 toevoegde aan deWerelderfgoedlijst. Augustus stichtte de stad 23 jaar voor het begin van onze jaartelling om de brug over de Guadiana rivier te beschermen. Vanaf dat moment werd Emerita Augusta al snel een bloeiend administratief en commercieel centrum.
Romeinse wandeling
Positief voor bezoekers is dat de stad een erg overzichtelijk centrum heeft. Alle bezienswaardigheden liggen op loopafstand van elkaar. Een wandeling langs het zich boven de oppervlakte van de stad manifesterende Romeinse verleden kan beginnen bij de Romeinse brug over de Guadiana rivier. Deze ‘puente romano’ van bijna achthonderd meter lang behoort tot de langste bruggen die ooit door Romeinen werden gebouwd.
Vanaf hier loop je naar het gezellige, rijkelijk met terrassen bezaaide Plaza España in het centrum. Vlakbij het plein liggen de resten van wat ooit het provinciale en gemeentelijke Forum was. Een daarvan is de boog van Trajanus, die helemaal niet van Trajanus was, want die bestond nog niet toen deze vermoedelijke toegangspoort tot het Forum werd gebouwd. Slechts één boog van de oorspronkelijke drie doorgangen rest. Deze staat ietwat bevreemdend ingeklemd tussen vriendelijk uitziende wit met geel gekleurde huizen met gietijzeren balkonnetjes.
Op het forum schitterde ook de tempel van de godin Diana, die er nog opvallend intact uit ziet. Je komt er wanneer je vanaf de Calle Santa Eulalia rechtsaf slaat de Calle Catalina in. De resten van de tempel staan in schril contrast met de omliggende gebouwen. Aan dat contrast werkt de gemeente al decennialang. IJverig maakt men de tempel los van het paleis dat er ooit omheen werd gebouwd.
Via de Calle Sagasta en de Calle José Ramón Mélida loop je dan naar het belangrijkste deel van het archeologisch ensemble. Eerst doemt de moderne gevel van het Nationaal Museum voor Romeinse Kunst (MNAR) voor je op. Net daarachter, aan een mooi gerenoveerd plein alias voetgangersgebied, liggen dan het amfitheater en hetRomeinse theater gebroederlijk naast elkaar.
Het etiket ‘resten’ doet deze indrukwekkende bouwwerken tekort, zoveel is er nog van over en middels reconstructiewerkzaamheden in oude luister hersteld.
Wie dan nog meer Romeinse inspiratie wil, kan via een kleine omweg het beroemde mozaïek bewonderen in het Casa de Mitreo. De resten van dit Romeinse woonhuis, dat werd gebouwd rond drie patio’s en in 1960 werd opgegraven, liggen naast het Plaza de Toros en worden tegen weer en wind beschermd onder een overkapping en dankzij een zorgvuldige klimaatbeheersing. De prachtige mozaïek verbeeldt onder meer de natuurelementen met Aion als hoofdfiguur.
Teruglopend door de Via Esanche en de Avenida Estudiante liggen meer Romeinse resten op je te wachten wanneer je via de Calle Cabo Verde onder het spoor door de Calle Juan Carlos inloopt. Het Circus(aan de rechterkant), gebruikt voor paardenrennen, is een van de grootste in zijn soort uit die tijd en werd gebouwd naar het voorbeeld van Circus Maximus in Rome. Het interpretatiecentrum en een mirador bieden samen verschillende perspectieven op deze fascinerende plek.
Loop een stukje terug totdat je op rechts de resten van de thermen vindt en ook de robuuste pilaren van het aquaduct Rabo de Buey - de San Lázaro, dat ooit een lengte had van één kilometer. Het indrukwekkende Renaissance-achtige bouwwerk dat we nu kunnen zien, is het resultaat van renovatiewerkzaamheden in de zestiende eeuw.
Nog een stuk verder naar het westen sla je rechtsaf de brug over en dan linksaf de Avenida de Milagros in. Het kan niet missen; de veel gefotografeerde arcaden van het aquaduct ‘Der Wonderen’ (de los Milagros) torenen uit boven een in dit jaargetijde intens groene grasvlakte. Het nu sappige ogende gras nodigt duidelijk uit om op te liggen, te picknikken, te voetballen, yoga-oefeningen te perfectioneren of met een verrekijker de ooievaars te bewonderen die de hoogste punten van de resten van wat eens de watervoorziening van deze stad vormde, bewonen.
Volksvermaak
Opvallend genoeg zijn in Merida de bouwwerken waarin het volk met brood en spelen werd zoet gehouden alledrie bijzonder goed bewaard gebleven. Het Theater, het amfitheater en het circus vormen nu het meest imponerende drietal van Romeins Mérida.
In het theater – geschikt voor zesduizend toeschouwers - werden in vervlogen tijden dramatische theaterstukken opgevoerd of religieuze feesten gevierd. In het amfitheater –15.000 zitplaatsen - vochten de gladiatoren met elkaar of tegen wilde dieren. In het circus werden wagenrennen gehouden voor een maximaal 30.000 koppen tellend publiek en vonden andere vormen van publiek vermaak plaats.
Waar in de meeste Romeinse theaters vooral de tribunes nog intact zijn, staat in Mérida ook een groot deel van het podium nog overeind. Dit werd deels gereconstrueerd, maar het geheel geldt wel als een van de fraaiste nog overgebleven theaters uit de Romeinse tijd. Het telde twee verdiepingen met zuilen uit de Korinthische orde. Het gebouw is van de hand van Marcus Agrippa en werd 15 voor Christus in gebruik genomen. In 1910 werd het theater verder uitgegraven waarbij een groot aantal zuilen, beelden en andere losse onderdelen van het gebouw werden gevonden.
Sinds het zo mooi is gerestaureerd, worden er elke zomer tijdens hetFestival Internacional de Teatro Clásico de Mérida klassieke theaterstukken opgevoerd en kan het publiek op zwoele Spaanse zomeravonden genieten van de magie van deze historische plek.
In het amfitheater kon het publiek hun sores uit het dagelijks leven vergeten door zich te verliezen in de spectaculaire en ook bloederige schouwspelen die er werden opgevoerd. Het circus werd in de eerste eeuw voor Christus gebouwd onder keizer Tiberius en had een indrukwekkende lengte van vierhonderd meter lang en honderd meter breed. Vanwege deze omvang lag het circus buiten de toenmalige stadsmuren.
Waterhuishouding
Als stad van belang lag Mérida heel strategisch niet alleen aan twee rivieren, de Gaudiana en de Albarregas, maar ook aan de Via de la Plata - de Zilverroute - , de weg van noord naar zuid die de bewoners direct naar Lissabon, Córdoba, Toledo en Zaragoza bracht.
De brug over de rivier Guadiana was het belangrijkste deel van die weg langs de stad. Onderhevig aan talloze verbouwingen doordat het water regelmatig te hoog stond, is er weinig meer over van de originele Romeinse constructie uit de eerste eeuw na Christus. Toch vormt de bijna achthonderd meter lange, twaalf meter hoge brug met zestig bogen een fraai bouwwerk.
Tot begin jaren negentig van de vorig eeuw diende deze brug nog als verbinding tussen de twee oevers voor verkeer. Sindsdien worden enkel voetgangers toegelaten. Over de Albarregas ligt nog een brug die door de Romeinen werd gebouwd.
Omdat Emerita Augusta in een heet en droog gedeelte van Spanje ligt en als belangrijk centrum voor de Romeinen op het Iberische Schiereiland diende, was het er al snel druk met 20.000 inwoners die allemaal water nodig hadden. Dat water werd via ingenieuze wijze naar de stad gebracht via drie aquaducten.
De indrukwekkendste om te zien is het Aquaduct Los Milagros. Indrukwekkend, niet alleen vanwege de enormen brokken graniet waaruit de pilaren bestaan, maar ook vanwege de respectabele lengte van 830 meter. De hoogste nog overeind staande palen zijn 27 meter hoog. Niet voor niets kreeg deze watertoevoer als bijnaam ‘Los Milagros’, de wonderen.
De wetenschap dat de Romeinen er uiterst verfijnde technieken en wiskundige berekeningen op los hadden gelaten om dit soort aquaducten te bouwen, zet je als 21e eeuwer stevig met de voeten op aarde. Over dit aquaduct werd drinkwater uit het Cornalvo stuwmeer naar de stad vervoerd. Het Rabo de Buey – San Lázaro aquaduct vervoerde water uit het Prosperpina-meer in het noorden naar de stad. Daarnaast was er nog het aquaduct Cornalvo. Hiervan is weinig bewaard gebleven.
Bij het Prosperpina stuwmeer op 5 kilometer van de stad is hetMuseo del Agua te bezoeken met uitvoerige informatie over de waterhuishouding van de Romeinen. De meren worden nu als recreatiegebied gebruikt door de inwoners van Mérida.
Museo Nacional de Arte Romano
Veel van wat gedurende decennia aan archeologische vondsten werd opgegeraven in de stad, is nu te zien in de trots van Mérida: hetMuseo Nacional de Arte Romano. Een bezoek is niet compleet zonder dit gebouw, dat tussen 1981 en 1985 werd opgetrokken, te hebben bezocht en de fraaie inhoud ervan tot je te hebben genomen.
Van buiten lijkt het op een enorme fabriekshal die is opgetrokken uit kleine bakstenen in alle tinten tussen beige en bruin met slechts hoog bovenin ramen. Dezelfde bakstenen zijn ook binnen te zien. Het interieur verwijst met veel details naar de Romeinse bouwkunst, maar dan zeer modern uitgewerkt.
De ontwerper van dit alles is de Spaanse contemporaine architect Rafael Moneo (1937). Hij zette in één klap Mérida op de kaart van architectuur en stond aan de vooravond van een tendens waarin Spaanse collega’s zoals Santiago Calatrava furore konden maken.
Het gebouw zelf is zo indrukwekkend dat de tentoongestelde voorwerpen bijna in het niet verdwijnen. Bijna, want daarvoor zijn veel van de in totaal 36.000 objecten te bijzonder. De middelste naaf is erg hoog en leeg. Je wordt overdonderd door de talloze bogen die leiden naar de zijgewelven waarin wel veel te zien is: zuilen, torso’s, beelden, potten en mozaïken krijgen allen zoveel ruimte en mooi licht van boven dat ze volledig tot hun recht komen.